|
|
|
|
|
Mensen | Gebeurtenissen/ Achtergronden | Verzetsgroepen | Steden & Dorpen | Concentratiekampen | Valkenburg 1940-1945 | Lessen uit het verzet |
Stoffels & BerixOriginele grootte 2464 × 3472 pxGiel Berix „Jan Langeveld“ 1992 Deze huiszoeking had eveneens tengevolge dat personen die in die tijd al met verzetsaktiviteit bezig waren, op mij opmerkzaam werden. Vlak voor de oorlog was mij door de wasserijorganisatie aanbevolen een accountant die zich op dit gebied specia- liseerde. De heer Stoffels uit Bussum. Deze had zich steeds gereserveerd jegens mij opgesteld. Vanaf deze huis- zoeking werd zijn houding plotseling opener en sprak hij over oorlog en de vijand met mij. In 1941 kreeg de firma A.Schunck in Heerlen kwestie met sectie Confectie over haar productie van mijnkleding. Haar vergun- ning kwam in gevaar als niet een afzonderlijk productieapparaat werd gecreëerd. Ik werd aangezocht om deze organisatie op mij te nemen (mijn feitelijk vak). Met Stoffels pleegde ik overleg omtrent de inrichting der administratie en de wijze waarop de bedrijfsleiding tot stand kon komen. Stoffels wist een persoon in Amsterdam die uit de textiel stamde en zou deze eens polsen of hij er iets voor voelde om naar Limburg te komen. Een paar dagen later was hij weer terug en nu met de mededeling: Inderdaad de jongeman, ongehuwd, wil wel komen. Hij is een Jood en komt onder valse vlag. Liefst zou hij in het bedrijf zelf een woongelegenheid hebben zodat hij niet op straat hoeft te komen. In 1942 is de voorbereiding rond. Ik had al maar meteen door de timmerman een ruimte achter het magazijn laten afschermen, waar de komende onderduiker kon wonen. Zijn eigenlijke naam kende ik niet en wenste ik niet te kennen. Voor mij was hij Jan Langeveld zoals op zijn persoonsbewijs stond, dat een gebrekkige indruk maakte, met stuf bewerkt waardoor de ondergrond beschadigd Was. Iets om meteen bij de eerste controle door de mand te vallen. Nadat Jan Langeveld reeds geïnstalleerd was in ons bedrijf en toen niemand van het personeel, dat met machines etc. van het glaspaleis was overgekomen naar de Geleenstraat, ook maar enige verwondering uitte over de nieuwe bedrijfsleider, immers een nieuw bedrijf heeft ook andere mensen, waren zowel mijn onderduiker als ikzelf enigszins opgelucht. Doordat een kapelaan in Heerlen tobde met kleding- problemen voor zijn onderduikende medemensen kregen wij contact met hem. Wij konden hem helpen met zijn kledingprobleem en hij beloofde mij om iets te doen aan de papieren van onze onder- duiker. Die kapelaan was "Giel" Berix. Het duikwerk van deze kapelaan had nog geen landelijk contact. Men poogde te helpen waar nodig, eerst in 1943 werd een en ander op een georganiseerde voet gebracht in landelijk verband met medewerking van twee kapelaans uit Venlo en vooral een onderwijzer Jan Hendrikx alias Ambrosius. En eerst als de man voor de kleren van de onderduikers en later als rayonleider zat ik als het ware van het ene incident tot het andere in het verzet. Als hen het mij plotseling zou gevraagd hebben, "kom doe mee", dan zou ik mij misschien niet ertoe geleend hebben, na nuchter overleg en de gevaren, voor een getrouwde man met kinderen en een bedrijf met mensen die tevens in gevaar zouden zijn, van hun werk te kunnen verliezen. Nu was ik ertoe gedreven. Ik aanvaardde en wist dat het zó moest zijn. Pierre Schunck Album : Verzet zoom 24.350649350649%
|